Het kalfje heeft bij de moeder gedronken. Heel gewoon, zal
je denken, maar dat is het niet. Kalfjes worden zo snel mogelijk bij de koe
weggehaald en in een iglo ondergebracht. Een iglo is overigens geen ijzige
behuizing, maar een klein, wit hokje gevuld met stro. Precies goed voor één
kalfje. Kalveren vinden het prettig zich onder een dak terug te kunnen trekken.
Ze vinden het waarschijnlijk minder prettig zonder moeder te
zijn, maar dat weten we niet zeker: met het alternatief hebben ze immers geen
ervaring. De moeder heeft zich nog niet aan het kalf kunnen hechten en mist het
niet. Maar ook dat blijft natuurlijk gissen.
‘Kan dat niet anders?’ vroeg ik aan mijn boer, toen ik deze
praktijk voor het eerst meemaakte.
‘Nee, het is niet te doen kalveren tussen de koeien te laten
lopen. Ze lopen in de weg, bijvoorbeeld als je wilt melken en ze drinken de
melk die wij willen verkopen. Bovendien kunnen de koeien en kalveren elkaar met
allerlei ziektes besmetten. Als je ze apart zet, heb je dat risico niet.’
‘Ik vind het zielig.’
‘Sommige boeren, en dat zijn er heel weinig, halen kalveren pas
na een paar dagen bij de moeder weg. Dat is ook zielig, want dan zijn ze aan
elkaar gehecht.’
Dit kalf, ik noem hem Jelle, protesteert met luid gebald,
als mijn boer hem in een kruiwagen zet en naar zijn iglo rijdt. Hij wil er ook
niet in en worstelt met verbazingwekkend veel kracht. Mijn boer doet voor de
zekerheid een touw om de iglo.
Een uurtje later: waar is Jelle? Nergens te vinden. Hoe is
het mogelijk! Mijn boer zoekt tevergeefs, maar als hij achter de stal loopt,
ziet hij iets in de sloot. Het is het zwart-witte kopje van de jonge Houdini.
Mijn boer trekt hem uit de sloot en brengt hem weer naar zijn iglo. Daar wrijft
hij het beestje droog met wat stro. Nou heeft Jelle niet zoveel praatjes meer.
Hij moet even bijkomen van zijn avontuur.
Aan tafel vertelt mijn boer over Jelle. Sterke Jelle. ‘Het
zou toch mooi zijn als we een manier konden vinden, waarop kalveren wel bij de
koe kunnen drinken,’ peinst hij luid op, ‘ze worden er wel sterk van.’
Nu krijgen kalveren de eerste drie dagen biest uit een fles.
Biest is de melk die koeien drie dagen produceren, nadat ze gekalfd hebben. Het
is een gele, romige vloeistof, boordevol voeding en antistoffen. Zonder biest geen
gezonde kalveren. Na drie dagen krijgen ze melk gemaakt van poeder aangelengd
met water. Dit poeder is goedkoper dan de melk van onze koeien, vandaar.
Kalveren die gewend zijn bij de moeder te drinken, vinden
het later moeilijk aan een plastic speen te zuigen. Het is een heel gedoe ze
dat te leren. Gelukkig is Sterke Jelle een uitzondering. Krachtig drinkt hij
zijn buikje vol.
Het is jammer dat hij een stiertje is, want nu mag hij niet
blijven. Hij zal immers nooit melk geven en van fokstieren heb je er maar weinig
nodig. Als de veekoopman komt, wordt hij meegenomen naar een kalvermesterij. Hier
worden stierkalfjes gemest voor een overwegend Zuid-Europese markt. De kans is
groot dat onze Sterke Jelle eindigt als Italiaanse delicatesse.
Ik hoop maar dat hij met smaak wordt opgegeten.
Groentje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten