´Zie je, het gras lacht alweer.´
Mijn boer wijst naar de groene zoden en ik zie wat hij
bedoelt: het gras is iets gegroeid en met een beetje goede wil, kun je de
puntjes zien wuiven in de koele februaribries.
We lopen samen door de zompige weilanden om de greppels te
inspecteren. Er schijnt een waterig zonnetje. Het is koud, maar niet meer zó
koud en mijn boer denkt aan het komende groeiseizoen.
‘Nu we klaar zijn met greppelfrezen, gaan we mixen en dan
kan de gier er op.’
De zoon heeft vorige week de greppels gefreesd. Wat inhoudt
dat de greppels, die voor de afwatering van het weiland moeten zorgen,
uitgediept zijn. Met een speciale machine is hij ze allemaal bij langs geweest.
Mijn boer kijkt schattend naar de lijnen die het groen doorkruisen, maar hij is
tevreden: ze zijn mooi recht.
Toen was de grond nog stevig door de nachtvorst. Nu sta ik,
op rubberlaarzen, tot mijn enkels in de drek. Bij iedere stap spat het water
omhoog. Je kunt nu onmogelijk met een tractor en een giertank van 16 ton het
land op, maar mixen kan wel.
Mixen. Eens associeerde ik dat woord met zelfgebakken cake. In
het boerenjargon betekent het dat de gier, de poep van de koeien die door de
roosters van de stalvloer, in de mestkelder terecht komt, door elkaar gemixt
wordt. De vaste stof drijft naar boven en vormt een taaie koek op het vocht,
voornamelijk urine. Mijn boer neemt wolken gierlucht mee naar
binnen. Na één dag stinkt het hele huis ernaar.
Maar hoe doe je het?
Men steke een soort gigantische staafmixer, van een meter of
zes lang, in de put naar de mestkelder; men drukt op de knop en mixen maar! Per
put duurt dit vele uren. Daarna kan de gier door een grote slang opgeslobberd
worden en in een tank naar het weiland gebracht.
‘De putten goed afdekken,’ heb ik mijn boer duizend keer
horen zeggen. Want als iets of iemand in de put valt, wacht hem een vreselijk
lot. In de buurt van de put komen, kan al gevaarlijk zijn. Veel boeren zijn
gestorven door kwalijke ammoniakdampen.
Hoe kan zoiets gezond zijn voor het gras, vraag ik me af,
denkend aan het tere groen dat er straks mee geïnjecteerd zal worden. Geïnjecteerd.
Alleen dat woord al! Toch heeft het gras er baat bij. Zolang er niet meer
mineralen worden aangevoerd, dan er door de planten kan worden opgenomen.
Overbemesting is schadelijk voor het milieu. Daarom bestaat
er in Nederland een strikte mestwetgeving.
Er is nu vastgesteld dat boeren
alleen meer koeien mogen melken, als ze genoeg grond hebben, om hun mest
verantwoord over uit te kunnen rijden. De meeste boeren vinden dat niet leuk.
Ze worden gedwarsboomd in hun ambitie. Mijn boer deert het echter niet: hij
heeft genoeg grond en genoeg koeien.
Vrolijk plassen we door het weiland. De greppels liggen er
mooi bij. Eenden vliegen op uit de sloot wal. Ze hebben al paartjes gevormd. Een
haas rent voor ons uit. Nog even en de weidevogels zijn terug. Het gras lacht.
Nu de boeren nog!
Groentje