‘Wat ben je toch een boer!’
Is dit een compliment of een belediging?
Een domme vraag. Als iemand je voor boer uitmaakt, is dat
bijna nooit vriendelijk bedoeld. Ik woon sinds anderhalf jaar op een boerderij,
maar toch borrelt er, zelfs bij mij, wel eens een scheldwoord op waarmee boeren
door het slijk worden gehaald.
Dat slik ik dan natuurlijk zo snel mogelijk weer in, maar er
liggen meer mijnen verstopt in het maatschappelijk leven, als het gaat om
respect voor de boerenstand.
Mijn zussen, bijvoorbeeld, drinken nauwelijks melk meer,
want: ‘Dat is zielig voor de stierkalfjes. Die worden als bijproduct zo snel
mogelijk af gemest. En sojamelk is trouwens veel gezonder,’ beweren ze.
Ik schiet dan in de verdediging: ‘Onze melk is een prachtig
natuurproduct, dat niet ongezond kan zijn. En die stiertjes, die zijn inderdaad
maar een kort leven beschoren, maar hoe erg is dat nu helemaal?’
Eerlijk gezegd, weet ik niet precies wat er met die
stiertjes gebeurt, nadat de veehandelaar ze ophaalt. Ook heb ik nog geen
bevredigend antwoord op de vraag, of kalfjes niet langer bij hun moeder kunnen
blijven, dan nu het geval is. Sommige boeren houden hun kalveren wel bij de
moeder, maar dat schijnt weer emotionele crisissen te veroorzaken, wanneer na
een langere hechting, het kalf alsnog weggehaald moet worden.
Zuivelcoöperatie Friesland Campina geeft boeren voordelen,
als ze oudere koeien hebben. Het idee hierachter is, dat de consument negatief
staat tegenover het feit dat koeien naar de slacht gaan, zodra ze minder
produceren. Daar had ik nog nooit bij stil gestaan. Ik vind het eigenlijk wel
logisch dat een boer geen koeien aanhoudt, voor bewezen diensten.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn veel
onduidelijkheden. Ook ik, de kersverse boerin, moet nog veel uitzoeken, om een
positie in het debat te kunnen innemen. Hoewel, debat? Ik ben me veel af gaan
vragen, sinds ik op de boerderij woon, maar krijg ik veel vragen uit mijn
persoonlijke omgeving?
Mijn ‘bewuste’ zusjes, overige familieleden en vriendinnen,
vragen me nooit naar onze bedrijfsvoering. Ze tonen geen belangstelling voor de
keuzes die we maken, als het gaat om dierenwelzijn en milieu. Is dat uit gebrek
aan nieuwsgierigheid, of willen ze me niet in verlegenheid brengen? Als ik, op
mijn beurt, boeren vraag, waarom ze bijvoorbeeld de koeien niet weiden, krijg
ik een afwerende reactie. Meestal in de trant van: waar bemoei je je mee.
Ik vind dat iedereen zich met de boeren moet bemoeien. En de
boeren moeten zich in hun medemensen en in de andere levende wezens om hun
heen, verdiepen.
Waarom?
Als ik uit het raam kijk, zie ik ons weiland. Maar eigenlijk
is het niet alleen van ons. Het is de leefwereld van allerlei vogels en dieren.
Daarnaast vormt het ook nog het landschap. Allerlei mensen kijken er op uit,
fietsen er doorheen, wandelen er in, of ergeren zich er aan.
Maar het allerbelangrijkste is dat landbouw over eten gaat.
En je bent wat je eet, nietwaar?
Mensen die dat ontkennen, die zijn pas dom.
Groentje